Marie Christine Hansen-Couturier wint prijs met haar Luther Column

Ontmoetingskerk

Hier sta ik, ik kan niet anders.
Zou Luther ook trots zijn geweest op Marie? Vast wel, en wij zeker.
Eens sprak Luther bovenstaande woorden en Marie geeft in haar winnende column in het kader van Luther-jaar daar nu haar eigen “Hier sta ik, ik ‘wil’ niet anders” invulling aan. Lieve Marie van harte gefeliciteerd van de mensen van de Ontmoetingskerk in Rhenen, jou leerplek. Wat leuk om dit met jou te mogen delen want als één lid eer ontvangt, delen allen in de vreugde, staat er immers in de Schrift. Haar winnende column staat hier onder.

Een parkeerplaats op een zonnige zondagmorgen. De oude kerktoren werpt een schaduw over het gazon. Ik heb de moed in mijn schoenen en mijn hart in m’n keel. Hier sta ik. Kan het niet anders?

Voordat mijn vrouw en ik trouwden, stelde ik haar voor als ‘mijn vriendin’, of ‘partner’. Lekker ambivalent. Maar nu we voor de wet en voor de kerk getrouwd zijn, voelt dat niet langer juist. Ze is mijn vrouw en daar ben ik trots op. Ze gaan alleen niet altijd soepel samen, de kerk en de vrouwenliefde.

Aan den lijve ondervond ik dat op mijn achttiende, toen ik in een evangelische gemeente in Amerika kerkte – nota bene in een stadje dat the buckle of the Biblebelt genoemd wordt. Niet alleen kerkte ik daar, ik kwam er ook uit een kast waarvan ik zelf pas net ontdekte dat ik erin zat. Mijn kersverse vriendin en ik waren knal-verliefd, maar ook knal-zondig volgens de gemeente. Exit zondagse kerkbezoekjes, exit vriendin.

Een langdurig ‘vaarwel’ tegen de kerk volgde. Toen ik naar Nederland terugkwam, was het uiteindelijk een huisgenootje dat me overhaalde met haar mee naar de studentengemeente te gaan. “Ze zijn er hartstikke open,” stelde ze me gerust. “En een van de dominees is ook lesbisch.”

Dus daar ging ik. Met knikkende knieën en trillend van top tot teen toen we het Avondmaal vierden in een grote kring. Weer welkom in de kring: doodeng en fantastisch tegelijk.

Een jaar later deed ik in dezelfde gemeente belijdenis en besloot ik theologe te worden. Wat nou, de deur van de kerk voorgoed achter me dichttrekken? Dat deed Maarten Luther toch ook niet? Hij hamerde zijn protest juist op de kerkdeur.

Terug naar de zonnige parkeerplaats. Met de moed nog steeds in mijn preekschoenen en mijn vrouw naast me loop ik de kerk in, waar de ouderling ons verwelkomt. “Dit is mijn vrouw,” zeg ik. De ouderling glimlacht. “Welkom. Willen jullie koffie of thee?”

Vanaf de kansel laat ik woorden van Gods grensoverstijgende liefde klinken. En ik weet: ondanks twijfels, ondanks angsten – hier sta ik, ik wil niet anders.

Meer info via: